Kleine vitaminen gids

Het woord “vitaminen” komt van het Latijn: “Vita” betekent “leven”. Vitaminen zijn van vitaal of levens belang – vooral voor de gezondheid van onze dieren, omdat zonder vitaminen geen eiwitten, koolhydraten en vetten kunnen worden gemaakt. Elke dag vinden miljoenen biochemische reacties plaats in het honden- en kattenlichaam. Vitaminen ondersteunen lichaamsprocessen en zijn noodzakelijk voor groei, energieproductie, gevoelens en sensorische percepties, maar ook voor de spijsvertering, ontgiften, uitscheiding, uiteindelijk voor het afweersysteem tegen ziekten en het versterken van het immuunsysteem. Ze zijn onmisbaar bij de constructie van cellen, bloedcellen, botten en tanden. Elke individuele vitamine vervult bepaalde taken. Zonder voldoende aanvoer van vitaminen ontstaan er ernstige tekorten. Daarom moet de voeding van het dierlijke organisme vitaminen bevatten, omdat ze essentieel zijn voor het metabolisme en bij veel reacties betrokken zijn.

Veel honden- en kattenbezitters kijken naar de voedingstabellen, maar alleen naar de hoeveelheden van de afzonderlijke vitaminen, in de overtuiging dat hun dier optimaal wordt verzorgd door grote hoeveelheden. Doorslaggevend is echter niet de vraag “hoeveel” maar “hoe goed” – omdat het allemaal draait om de bruikbaarheid van de vitaminen. Bovendien zijn kunstmatig toegevoegde vitaminen schadelijker dan dat ze nuttig zijn. Maar alleen enzymen zorgen ervoor dat vitaminen en mineralen effectief zijn. Effectief betekent dat enzymen vitaminen en mineralen afbreken en ze metaboliseerbaar maken. Alleen enzymen kunnen celdeling überhaupt veroorzaken. Daarom behoren enzymen en fytochemicaliën tot de belangrijkste kwaliteitseisen van een goede diervoeding. Daarom heeft ook alleen Naturavetal voeding hoogwaardige zaailingen, om voor voldoende aanbod van enzymen, vitaminen en mineralen te zorgen.

In ieder geval geldt dat een natuurlijke vitamine-voorziening de beste beschikbaarheid aan het lichaam bieden. De vitaminen kunnen onmiddellijk worden omgezet zonder extra belasting van het metabolisme in het lichaam. Natuurlijk diervoeding van Naturavetal komt om deze reden, met puur natuurlijke vitamine-toevoer – vrij van alle synthetische toevoegingen. Onze expert team informeert u over de individuele vitaminen en hun taken en effecten in het lichaam. Voor verdere vragen kunt u contact opnemen met onze Naturavetal-advies specialisten.

Vitamine B1 - Thiamine

Vitamine B1 (Thiamine) is een in wateroplosbare en hittegevoelige vitamine. Het komt voor in o.a. algen. In de ware zin van het woord heeft vitamine B1 geen opslagfunctie, dus het is belangrijk dat een continue inname van voedingsmiddelen die Thiamine bevatten tot voldoende opnamen leidt. Bij een tekort zijn symptomen van cardiovasculair falen en convulsies of krampen, verlamming, spierzwakte, neuritis en gastro-intestinale stoornissen. Thiamine is betrokken bij de afbraak van bepaalde aminozuren. Het heeft ook een regulerend effect op het koolhydraatmetabolisme. Het is belangrijk voor de schildklierfunctie, voor zenuwactiviteit en het metabolisme van koolhydraten.

Vitamine B3 - Niacine

Met Niacine bedoelen we verschillende vitamine-actieve stoffen die worden aangetroffen in zowel dierlijke als plantaardige voedingsmiddelen. Het wordt voornamelijk aangetroffen in spiervlees, orgaanvlees en granen (volkoren granen). Daar is het voornamelijk de Niacine-actieve vorm als nicotinezuur. Niacine, zoals vitamine D, wordt ook geproduceerd in het metabolisme. Het wordt geproduceerd als een bijproduct tijdens de afbraak van aminozuren. De opslagcapaciteit van Niacine in het lichaam is slechts twee tot zes weken. Het is momenteel alleen beschikbaar in het organisme in de vereiste hoeveelheden. Een gebrek aan Niacine wordt aangetoond door verlies van eetlust, slapeloosheid en verminderde prestaties. Verschillende symptomen van te kort aan Niacine komen tot uiting in veranderingen in de huid en slijmvliezen, vooral zichtbaar bij blootstelling aan zonlicht.

Vitamine B5 – Pantotheenzuur

Deze vitamine is zo goed als altijd aanwezig in alle voedingsmiddelen. Het rijkst voorhanden in lever en (níet gezoute) haring. Bij plantaardige producten vinden we het vooral in volle granen, bloemkool en broccoli. Deze vitamine is zeer hittestabiel. Tekorten zijn zeldzaam. Klachten bij een tekort worden gezien bij ernstige stofwisselingsstoornissen, die vervolgens kunnen leiden tot krampen, reflexstoornissen en veranderingen in de huid en slijmvliezen. De taak van vitamine B5 is de vorming van cholesterol en ketonlichamen, evenals de synthese en afbraak van vetzuren.

Vitamine B6

Dit is een vitaminegroep die voorkomt in plantaardig en dierlijk voeding. De afzonderlijk groepen onderscheiden zich in plantaardig of dierlijke oorsprong en ze reageren verschillend op warmte. Er is bijvoorbeeld minder verlies van vitamine B6 bij het koken van plantaardig voedsel dan bij dierlijke producten. Over het algemeen is de biologische beschikbaarheid erg hoog, omdat ze direct door de darm kunnen worden opgenomen. Vitamine B6 van plantaardige oorsprong wordt minimaal afgebroken door garing en komt zo goed beschikbaar voor opname door het lichaam. Voedselbronnen met vitamine B 6 zijn o.a. volkoren granen, bananen, vlees en lever. In het metabolisme hebben de in wateroplosbare vitamines slechts een korte opslagcapaciteit, na slechts 2 - 6 weken zijn de reserves opgebruikt. Tekortkomingen die het gevolg zijn van een tekort aan vitamine B6 zijn huidveranderingen, dermatitis, spierkrampen en sensorische stoornissen en de vorming van oxalaatstenen (type nierstenen) in de urine. De taak van vitamine B6 is gevarieerd, o.a. bij de synthese van bloedproteïne en hemoglobine. Het is nuttig bij de vorming van bepaalde neurotransmitters en hormonen (zoals histamine, dopamine en serotonine). Bovendien is het van groot belang voor de deelname van het aminozuurmetabolisme. Het beïnvloedt ook de functies van het zenuwstelsel en het immuunsysteem. Eiwitrijke voeding en een tekort aan essentiële vetzuren verhogen in het algemeen de vitamine B6-behoefte. Een gebrek aan vitamine B6 leidt tot verlies van eetlust, verminderde groei en zelfs bloedarmoede kan optreden.

Vitamine B12 - Cobalamine

Vitamine B12 komt voor in bijna alle lichaamscellen en is belangrijk voor celdeling. Daarom worden tekorten aan vitamine B12 in de beenmergcellen waar erytropoëse (vorming van rode bloedcellen) plaatsvindt, merkbaar. Het is nodig voor het eiwitmetabolisme, het zenuwstelsel en de regeneratie van de slijmvliezen. Aandoeningen van de dunne darm, de maag, de pancreas (alvleesklier) of verhoogde bacteriële groei van de darm leidt tot een tekort aan vitamine B12. Vitamine B12 wordt uitsluitend gevormd door micro-organismen en geabsorbeerd door inname van dierlijke producten. Het kan lange tijd in de lever worden opgeslagen en komt voor in vissen, lever, nieren en orgaanvlees. Een kruiden leverancier van vitamine B12 is duindoorn. Een constante inname van vitamine uit de B-groep belast de lever, omdat ze daar worden opgeslagen en alleen waar nodig worden vrijgegeven. De toevoeging van deze vitamines is daarom niet nodig bij gezonde dieren met een normale darmflora.

Vitamine C – Ascorbinezuur

De biosynthese van deze vitamine in het organisme is mogelijk via het glycosidemetabolisme. Deze vitamine wordt gesynthetiseerd in de lever of in de nieren van de hond en de kat. De opslagcapaciteit is erg laag, zodat deze vitamine constant moet worden aangevoerd. Het is erg gevoelig voor licht, lucht, water en warmte. Vitamine C vervult verschillende taken in het lichaam: het is o. a. betrokken bij wondgenezing, het ondersteunt de vorming van hormonen zoals adrenaline, het initieert antioxidant processen in het lichaam, d. w. Z. het vangt vrije radicalen op en voorkomt ziekten zoals bijv. bepaalde kankers. Het verbetert de ijzeropname in de dunne darm en verwijdert giftige zware metalen zoals lood, nikkel en cadmium. Dit gebeurt door te binden aan de zware metalen en door uit het lichaam te spoelen. Vitamine C zet cholesterol om in galzuur of vitamine D door enzymconversie. Het verbetert in het algemeen het immuunsysteem, door de activiteit van verdedigingscellen te vergroten. Vitamine C helpt tandcariës verminderen en is belangrijk bij bloedarmoede en bloedingen. Voor honden met een verhoogde vraag - zoals sledehonden of geleidehonden - heeft een tijdelijke toevoeging zichzelf bewezen, ook in het geval van infecties, leveraandoeningen of na operaties.

Vitamine D

Vitamine D is nodig voor de botvorming en voor de opname van calcium/ fosfor en is vooral belangrijk voor het fokken van honden en katten en voor het zogen van kleintjes. Het is in grote hoeveelheden aanwezig in gisten. In voeding van dierlijke oorsprong, wordt het vooral gevonden in vissen zoals o.a. bij de zalm in grote hoeveelheden. Het wordt voornamelijk opgeslagen in de lever. In het geval van een vitamine D-tekort, wordt de absorptiecapaciteit van calcium verminderd. Net als vitamine A heeft vitamine D ook zeer goede bewaareigenschappen. Het wordt alleen in relatief kleine hoeveelheden uitgescheiden. Een overdosis vitamine D kan snel leiden tot schade aan het organisme. Symptomen van hypervitaminose D zijn verkalking van de bloedvaten en grote gewrichten, bloederige diarree, misselijkheid, braken, verhoogde dorst, spierzwakte en verhoogde urinewaarden. Vroege vasculaire calcificatie kan leiden tot nierfalen, metabole problemen van alle organen, hartfalen en artrose. Daarentegen is vitamine D uitermate belangrijk om rachitis – Engelse ziekte en osteoporose (botontkalking) te voorkomen.

Vitamine E

Het is een puur plantaardig product. Vitamine E komt voor in noten, plantaardige oliën, zaden en granen. De taak van vitamine E is slechts gedeeltelijk onderzocht. Men gelooft dat het helpt bij de constructie en stabilisatie van biologische membranen, evenals bij de synthese van sommige enzymen en zenuw gerelateerde spierfuncties. Maar het is bewezen dat vitamine E een antioxidant, een beschermende stof is die vrije radicalen bindt en de energieproductie ondersteunt. Vitamine E is belangrijk bij de voortplanting, bij spieratrofie en leverschade. Positieve effecten worden toegeschreven aan kankerbescherming en aan hart- en vaatziekten. Een tekort kan leiden tot aandoeningen van het centrale zenuwstelsel en retinopathieën (schade aan het netvlies). Een overdosis veroorzaakt duizeligheid, misselijkheid en spierzwakte. Hoe dan ook, een hogere vitamine E-behoefte hebben puppy's en kittens en ook zwangere en melkgevende moederdieren.

Vitamine H - Biotine

Biotine is in bijna alle voedingsmiddelen in kleinere hoeveelheden aanwezig. In dierlijke voedingsmiddelen worden de grootste hoeveelheden gevonden, zoals in kalfslever en zalm. Biotine is aanwezig in plantenvoeding in ongebonden vorm en kan daarom beter worden opgenomen. We vinden het o.a. in pinda's, sojabonen en havermout. Het is een vrij ongevoelige vitamine, maar het reageert zeer snel met warmte, vooral in combinatie met een zuur. Het verliest hierdoor een groot deel van zijn biologische beschikbaarheid. Een tekort aan Biotine manifesteert zich in haarverlies, slijmvliesveranderingen van de darm, dat o.a. kan leiden tot diarree, vermoeidheid en spierpijn. De rol van Biotine in het lichaam is o.a. de afbraak van aminozuren, de biosynthese en het gebruik van vetzuren.

Vitamine K

Er zijn de natuurlijke vitamines K1 en K2 en aan de andere kant de synthetische en ongezonde vitamine K3, die zit in synthetische vitamine-premixen van inferieure voeding. Naturavetal gebruikt géén vitamine K3. Natuurlijke vitamine K komt voor in groene groenten, kruiden, algen, vis, lever en eieren. Vitamine K1 en K2 passeren het bloed naar het beenmerg, de lever en de nieren. Het kan daar maximaal 14 dagen blijven en worden opgeslagen en geëlimineerd via gal en nieren. Vitamine K is verantwoordelijk voor de bloedstolling en vloeibaarheid van het bloed. Vitamine K1 activeert het calciummetabolisme, waarbij het eiwit osteocalcine ondersteunt (dat het been van Kalk voorziet). Zonder de activering van de K1 kan dit proces niet plaatsvinden. Een tekort aan deze vitamine wordt dus aangetoond door verminderde stolling van het bloed en verstoorde botmetabolisme. Vitamine K wordt gesynthetiseerd door bacteriën in de darm, maar moet ook worden opgenomen door de voeding voor een optimale benutting. Gebrek aan vitamine K kan optreden na behandeling met antibiotica of sulfonamide. Deze behandelingen beschadigen de darmflora, die voor een groot deel verantwoordelijk is voor de vorming van vitamine K.