Naturavetal Logo

Suikerziekte (Diabetes) bij de hond

Toevoegen aan favorietenlijst

Suikerziekte (Diabetes mellitus) ontstaat door een verstoring in de stofwisseling bij de opname van koolhydraten ofwel suikers, in het lichaam van de hond. De suikers in de voeding kunnen dan niet goed verwerkt worden. In dit advies vind je achtergrondinformatie over diabetes bij honden en tips, waar je op moet letten bij het voeden.

Naturavetal® advies telefoon

Onze deskundigen geven je graag persoonlijk advies.

Als je vragen hebt over dit onderwerp, geven we je graag uitgebreid advies. 

Je kunt ons bereiken van maandag t/m vrijdag
van 9 tot 17 uur

De hond heeft diabetes - wat gebeurt er in zijn lichaam?

Laten we eerst eens kijken naar de stofwisseling van koolhydraten van een gezonde hond in vergelijking met een hond met diabetes.

De normale stofwisseling van een hond

Terwijl het voedsel door het spijsverteringskanaal gaat, wordt het in kleine stukjes afgebroken, zodat het door het lichaam kan worden opgenomen. Suikers die uit lange ketens bestaan oftewel langzame koolhydraten worden hier afbroken naar kleinere stukjes, waardoor ze beter opneembaar zijn op celniveau. Wanneer de suikers worden opgenomen vervolgen ze hun weg naar de lever waar ze worden omgezet is glucose. Meerdere suikers worden hier afgebroken tot enkelvoudige suikers en bereiken zo de cellen van de slijmvliezen. Van hieruit gaan ze naar de lever en worden daar omgezet in glucose. De lever kan glucose aan het bloed afgeven, waarna de bloedsuikerspiegel stijgt. Dit wordt geregistreerd door de alvleesklier, die insuline aanmaakt, die vervolgens wordt afgegeven in het bloed. Via de bloedbaan bereikt de glucose de cellen van verschillende weefsels en organen, die deze suikers gebruiken als energiebron.

Om de cellen te laten weten dat ze glucose moeten opnemen, hebben ze insuline nodig. Hoe sneller en sterker de bloedsuikerspiegel stijgt, hoe meer insuline er moet worden afgegeven. De insuline activeert op zijn beurt het verzadigingscentrum. Doordat de cellen met behulp van insuline glucose uit het bloed opnemen, daalt en normaliseert de bloedsuikerspiegel, waardoor ook de insulinesecretie afneemt. Als de bloedsuikerspiegel te ver daalt, wordt dit door de alvleesklier geregistreerd en wordt het hongercentrum geactiveerd.

Dit gebeurt er bij een hond met suikerziekte (diabetes mellitus)

Diabetes is een functiestoornis in de koolhydratenstofwisseling van de hond. De bloedsuikerspiegel stijgt na het eten, maar doordat er weinig of geen insuline vrijkomt uit de alvleesklier, wordt de glucose niet geabsorbeerd en/of gebruikt door de cellen, dit is diabetes type I (de meest voorkomende vorm van diabetes bij honden) of de cellen reageren niet goed, (Diabetes type II, lijkt niet voor te komen bij honden, wel bij katten). De gevolgen:

  • De bloedsuikerspiegel stijgt en blijft hoog, omdat de cellen de suiker in het bloed niet kunnen verwerken.
  • Suiker hoopt zich op in het bloed en de urine: de suiker in de urine trekt water aan, wat leidt tot een verhoogde behoefte om te plassen en tegelijkertijd meer dorst, wat de nieren extra belast.
  • Omdat het verzadigingscentrum niet is geactiveerd, heeft de hond altijd honger.
  • Omdat de cellen de energie niet uit de voeding kunnen halen, hebben ze een gebrek aan energie - de hond blijft afvallen.

Hoe ontstaat diabetes bij honden?

De exacte redenen voor diabetes bij honden zijn nog steeds onduidelijk, maar het is duidelijk dat er een probleem is, dat de stofwisseling, de pancreas en de nieren aantast en indien onbehandeld, kan leiden tot verdere stofwisseling problemen en/of orgaanschade. Mogelijke oorzaken zijn echter chronische ontsteking van de alvleesklier, genetische aanleg of de toediening van bepaalde medicijnen die deze koolhydratenstofwisseling kunnen beïnvloeden (bijv. cortison). Ook een overdaad aan suiker- of zetmeelhoudend voer kan deze stofwisselingsstoornis veroorzaken. 

Net als bij mensen zijn er ook bij honden verschillende soorten diabetes. Insulineafhankelijke diabetes (type I diabetes) komt het meest voor bij honden. Hier maakt de alvleesklier te weinig of helemaal geen insuline aan. Bij het niet-insulineafhankelijke type (diabetes type II) kan voldoende insuline worden aangemaakt, maar reageren de cellen slecht. Ze lijken insulineresistent te zijn, omdat een normale hoeveelheid insuline niet voldoende is om de bloedsuikerspiegel onder controle te houden. Type I -diabetes komt het meest voor bij honden, terwijl type II -diabetes vaker voorkomt bij katten en vermoedelijk in verband wordt gebracht met obesitas.

Symptomen: hoe weet ik dat mijn hond diabetes heeft?

Diabetes bij honden begint met meer drinken en plassen. De hond lijkt de hele tijd honger te hebben, maar verliest constant gewicht, ondanks het feit dat hij eigenlijk genoeg eet. Naar verloop van tijd, zie je de hond steeds slechter worden omdat zijn cellen niet de energie krijgen die ze nodig hebben om hun werk te doen. De vacht van de hond wordt dof en droog, wondjes genezen steeds minder goed, ogen kunnen troebel worden en braken kan voorkomen - de hond wordt lethargisch (raakt uitgeput) en verliest aan kracht.

Het is absoluut noodzakelijk om een dierenarts te raadplegen, omdat onbehandelde diabetes ertoe kan leiden, dat andere stofwisselingsprocessen, zoals het vet- en eiwitstofwisseling, niet meer normaal werken. Andere organen kunnen beschadigd raken en het leven van de hond loopt gevaar.

Diabetes bij honden: welke invloed heeft de voeding?

Diabetes mellitus bij honden en goede hondenvoeding zijn twee onderwerpen, die niet los van elkaar kunnen worden gezien. De voeding heeft een directe invloed op het verloop van de ziekte. Zoals reeds beschreven, moet men er niet alleen voor zorgen dat de voeding geschikt is voor diabetes, maar het moet ook de alvleesklier beschermen en de nieren ontlasten.

Want de alvleesklier is niet alleen verantwoordelijk voor de aanmaak en afgifte van insuline, maar ook voor de aanmaak van enzymen, die verantwoordelijk zijn voor de afbraak van koolhydraten, eiwitten en vetten. Als de alvleesklier overbelast is, kan deze zijn taak niet voldoende uitvoeren en ontstaan er extra problemen. Te veel van deze basisvoedingsstoffen, of “slechts” één van deze voedingsstoffen, kan een zware belasting voor het lichaam vormen.

De nieren zijn op hun beurt afhankelijk van vocht en een evenwichtige waterhuishouding in het algemeen. De veel voorkomende extrudaat voermerken kunnen hier een bijzonder groot probleem vormen, omdat ze de eigenschap hebben te zwellen en daarmee vocht aan het lichaam ontrekken. Daarnaast dient er gelet te worden op een passend eiwitgehalte (dit mag niet te hoog zijn) en dient ook het fosforgehalte laag te worden gehouden.

Suiker bij de hond – het komt op de voeding aan

Als de hond diabetes heeft, is het belangrijk om te letten op het suikergehalte van het voeding. Als het bijvoorbeeld een hoog gehalte aan koolhydraten bevat, is het minder geschikt voor honden met diabetes. Aangezien de meeste droogvoeding over het algemeen meer koolhydraten bevat dan natvoeding, zou je in het algemeen geen droogvoeding moeten geven, ongeacht de ernst van de ziekte.

De voeding moet daarom zo min mogelijk koolhydraten bevatten en een bijzonder hoog vezelgehalte hebben. Dit kan ervoor zorgen dat koolhydraten langzamer worden verteerd en opgenomen, waardoor de bloedsuikerspiegel niet zo snel stijgt. Volkorenproducten zijn over het algemeen meer geschikt dan aardappelen, pasta of witte rijst, omdat het ruwe celstofgehalte hier beduidend hoger is.

Om het lagere koolhydraatgehalte te compenseren, zijn er onvermijdelijk meer eiwitten en vet nodig, zodat de hond niet hoeft terug te vallen op zijn eigen reserves, namelijk vetophopingen en spieren, voor zijn energievoorziening. Maar als je de alvleesklier en de nieren hierbij betrekt, wordt het duidelijk dat je het eiwit- en vetgehalte niet oneindig mag verhogen, omdat de twee organen eronder kunnen lijden.

Diabetes bij honden: hoe je ze kunt ondersteunen met soortspecifieke voeding

Dit is waar de kwaliteit van verwerkte ingrediënten een belangrijke rol speelt. Er is voeding met waardevolle ingrediënten die hoogwaardige eiwitten, vetten en koolhydraten leveren, dat bestaat uit kwaliteitsvlees, geselecteerde vetbronnen en glutenvrij is. Als er toch granen gebruikt worden, dan zijn langzame, vezelrijke koolhydraatbronnen de beste keuze.

Anderzijds is er ook voer verkrijgbaar met inferieure ingrediënten zoals plantaardige of dierlijke bijproducten, bijvoorbeeld van overgebleven stengels, wortels, bietenvezels of andere restanten uit de voedingsindustrie voor mensen zoals nagels, hoeven, veren en dergelijke van geslachte dieren. Deze ingrediënten zorgen voor goed klinkende analytische bestanddelen in het voer zonder veel kosten, maar tegelijkertijd ook zonder toegevoegde waarde qua voedingsstoffen.

De voeding voor de hond met diabetes moet absoluut bestaan uit hoogwaardige en puur natuurlijke ingrediënten en moet alle synthetische toevoegingen volledig vermijden om de stofwisseling niet verder te belasten. Het gebruikelijke voer met synthetische ingrediënten zoals conserveermiddelen en smaakstoffen kan de stofwisseling belasten in plaats van ondersteunen. Elke vorm van synthetische ingrediënten kan het weefsel verzuren en zo de alvleesklier en de stofwisseling in het algemeen irriteren.

Dieetvoersoorten die vaak worden aanbevolen, bieden vaak geen goede oplossing voor honden met diabetes. Ze bestaan meestal alleen uit granen en graanresten of bevatten aardappelen, wat al taboe zou moeten zijn vanwege het zetmeelgehalte, omdat ze niet geschikt zijn voor diabetes en de alvleesklier zwaar kunnen belasten, wanneer ze continu worden gevoerd.

Naast het hoge aandeel koolhydraten, die vaak niet zijn ontsloten, en de synthetische toevoegingen, bevatten veel van deze geadviseerde dieetvoersoorten ook tarwegluten of gluten en melasse, bietenpulp en andere bijproducten uit de suikerproductie, die bijzonder problematisch zijn bij diabetes. Veel van de gangbare voersoorten zijn  extrudaatvoeders, die door hun opzwellende eigenschap een extra belasting voor het maag-darmkanaal vormen en door de vaak opgespoten vetlaag een extra belasting voor de alvleesklier zijn, aangezien deze ook verantwoordelijk is voor de vetvertering.

Naturavetal®-Info

Een hond met diabetes voeden

Dit advies geeft je basisinformatie over het voeden van een hond met diabetes en vormt geenszins voedingsinstructies. Aangezien er verschillende mogelijke oorzaken van diabetes zijn, kan de ernst van de ziekte van hond tot hond verschillen en speelt ook het behandelings traject een beslissende rol - of de hond nu al insuline krijgt toegediend of niet - het is absoluut noodzakelijk om elke vorm van voedings verandering te bespreken met de behandelend dierenarts en om contact op te nemen met ons team van experts voor een individueel voedingsadvies. 

De hond heeft diabetes: met welke bijzonderheden moet er rekening worden gehouden bij het voeden?

Als de hond diabetes heeft, maak het dan niet te bont met het voeden, aangezien elk nieuw of onbekend ingrediënt van invloed kan zijn op de bloedsuikerspiegel. Zo eenvoudig mogelijk voeden kan helpen om deze spiegel constant te houden. Kies daarom voor het beste resultaat voor twee tot drie verschillende maaltijdcombinaties en wissel deze niet elke dag af, maar bij voorkeur wekelijks.

Vlees uit onze Canis Plus® Puur Vlees in blik en -rollen met groenten en suikerarm fruit of onze graanvrije, luchtgedroogde Canis Extra Top-Fit-Mix met een natuurlijke calciumbron zoals Canis Extra Biologisch Eierschaalpoeder zouden twee behoedzame vormen van voeding kunnen zijn. Ook onze Canis Plus® Compleet Menu’s zijn een praktische en snelle manier om honden met diabetes te voeden.

De compleet menu’s Canis Plus® LamKalkoenRundBuffelPaardKoolvis en Konijn evenals onze complete Canis Plus® Puppymenu’s zijn volledig graanvrij. Zoals beschreven dienen echter niet alle varianten willekeurig gevoed te worden, maar is het beter zich te beperken tot de varianten die de hond goed verdraagt en indien nodig de bloedsuikerspiegel regelmatig te controleren.

Het is het beste om meerdere kleine maaltijden per dag te geven – altijd op hetzelfde tijdstip van de dag. Zelfs als er een uitje is gepland, moeten de etenstijden en ook de hoeveelheid altijd hetzelfde blijven.

Natuurlijke voeding voor honden met diabetes

Honden met diabetes hebben vaak constant honger en verliezen continu gewicht. Toegevoegde kruidenmixen zoals onze Canis Extra Actief of Canis Extra Duizendgroen Biologische kruiden verbeteren de stofwisseling. Ze voorzien het dier van voldoende mineralen en sporenelementen, terwijl supplementen zoals Canis Extra Spirulina voor goed verteerbare eiwitten zorgen met bijna alle essentiële aminozuren en vele andere hoogwaardige voedingsstoffen. Dit maakt Spirulina tot een waardevol supplement bij een verhoogde energie- en voedingsbehoefte.

Als bijzonder geschikte vetbron kan Canis Extra Biologische Kokosolie worden gemengd door de voeding van honden met diabetes, omdat er geen spijsverteringssappen uit de galblaas of pancreas nodig zijn, om het hoge aandeel middellange vetzuurketens, dat hierin aanwezig is te verteren. Dit maakt Canis Extra Biologische Kokosolie een bijzonder goede energiebron.

Afhankelijk van de ernst van de diabetes zijn onze droogvoeding varianten Canis Plus® Zalm (ook verkrijgbaar in kleine brokjes  in 1kg zak) of Canis Plus® Konijn geschikt als lekkernij voor onderweg. Omdat droogvoeding echter niet kan worden gemaakt zonder zetmeelhoudende koolhydraat, mogen deze twee soorten niet als hoofdvoeding worden gegeven en mogen ze slechts af en toe als traktatie worden gebruikt. Het is bijvoorbeeld beter als je onze puur vleesrollen in blokjes snijdt en ze gebruikt als tussendoortje tijdens de hondenwandeling of stukjes komkommer geeft.

Om belasting van de stofwisseling te kunnen compenseren, hebben honden met diabetes meer hoogwaardige en vooral natuurlijke vitaminen, mineralen en sporenelementen nodig, zoals die in Canis Plus® zitten. Canis Plus® heeft een zeer hoge biologische beschikbaarheid, omdat er uitsluitend natuurlijke ingrediënten worden gebruikt. Met de Canis Plus® voedingslijn heb je een zeer goede basis en ondersteuning van de stofwisseling van je hond.

Naturavetal®-Tip: verander de voeding als je hond diabetes heeft

Als je van voeding wilt veranderen, dien je dit altijd met de dierenarts te bespreken met betrekking tot het insulinegebruik.

Mocht je vragen hebben, neem dan gerust telefonisch contact met ons op. Wij helpen je graag met uitgebreid advies. Je kunt ons van maandag t/m vrijdag van 9 tot 17 uur bereiken op 06 - 574 909 03 (NL)/ 04 - 923 109 22 (B) of per e-mail naar: info@naturavetal.nl.

Misschien ben je ook geïnteresseerd in deze berichten

Naturavetal® proefzakjes

We sturen je graag proefzakjes toe en helpen je de juiste variant te kiezen.

De Naturavetal® nieuwsbrief

In onze nieuwsbrief informeren wij je over het laatste nieuws over gezonde voeding voor honden en katten.